Dagboek van Egypte

Maandag 11 september

Met de Hongaarse die ik gisteren ontmoette, Aliz, en haar niet-Engels sprekende vriendin Christine had ik afgesproken om naar de Cold Spring te gaan. Said van het theehuis zou ons er per fiets heenbrengen. Eenmaal bij Cleopatra Bath gearriveerd bleek Said enkele andere toeristen met zijn jeep rond te rijden, dus besloten we maar weer een duik te nemen in het koele water van de bron. Aliz en Christine met hun kleren aan, want vrouwen worden niet geacht in het streng islamitische Siwa hun kleren in het openbaar uit te trekken. Ook mannen roepen beledigingen op als ze in korte broek rondlopen, maar op de fiets vind ik het te heet met een lange broek aan en neem ik de boze blikken van sommigen maar voor lief. Ik zie dat rijke Egyptenaren vanuit de stad hier ook gewoon in korte broek vakantie vieren. In de middag, toen Said was teruggekeerd, wilde Aliz toch persé naar de Cold Spring. Ik zag er eigenlijk tegenop om op het heetste tijdstip van de dag een eind te gaan fietsen, maar volgens Said was het maar enkele kilometers van Cleopatra Bath vandaan. Met de bloedhete zon in ons gezicht gingen we met z’n drieën Said achterna. De eerste paar kilometers ging nog wel, maar toen we aan de rand van de oase waren aangekomen moesten we nog enkele kilometers met de fiets aan de hand door het zachte zand ploeteren. Al na een paar honderd meter hijgen en puffen in de snikhete woestijn lieten we de koudwaterbron maar voor wat-ie was. We vonden het niet langer verantwoord met ruim 45 graden Celsius een zonnesteek op te lopen. Said vond het best. Hij wist wel een andere bron dichterbij, zei hij hevig zwetend. Braaf gingen we hem achterna. Een halfuur later arriveerden we inderdaad bij een bron, maar erg aanlokkelijk om daar in te zwemmen was het niet. Behalve groene algen dreven er aan de oppervlakte lege sigarettendoosjes, plastic zakjes en waterflessen. Zelfs aan de rand van de oase op plekken waar weinig mensen komen weten de Egyptenaren de natuur te vervuilen. Teleurgesteld keerden we terug naar Siwa en haar palmbomen. Terug naar de schaduw! Zelden heb ik er zo naar verlangd de koelte van donkere plekken op te zoeken. Voor de zonsondergang ging ik met de Hongaarse meiden weer naar Phantasy Island. Door een soort zanderige mist (een zandstorm misschien?) was er van de zon niet veel te zien, maar we raakten wel in een aardig gesprek verzeild met een viertal uit Brunei. Twee jongens en twee meisjes wonen al twee jaar in Egypte om Arabisch te leren, maar veel hebben ze daar naar eigen zeggen nog niet van gebakken. Ze vieren in Egypte vooral feest en zonder het juk van hun ouders doen ze alles dat in Brunei is verboden: roken, drinken, uitgaan, gokken en vrijen.

Lees verder naar dinsdag 12 september.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *