Dagboek van Egypte

Woensdag 13 september

Slecht geslapen vannacht. Ik was te slecht voorbereid op de kou in de woestijn. Ik wist niet dat de temperatuur in de zomer zo snel kon zakken, temeer het in Siwa ‘s nachts nog altijd zeer warm was. Ik sliep met een trui aan in mijn lakenzak en nog steeds lag ik te rillen. Bovendien lag ik teveel na te denken: over mijn huis en mijn werk. Kort nadat ik indommelde, werd ik door Said alweer gewekt voor de zonsopgang. Toen de eerste zonnestralen over de zandheuvel schenen werd het meteen een stuk aangenamer. De temperatuur steeg met sprongen tegelijk en al snel had ik mijn trui niet meer nodig. We waren pas halverwege en moesten nog flink wat uren in de jeep doorbrengen voordat we in Bahriya zouden arriveren. Weer was de woestijn anders dan gisteren. Eerst reden we een tijd door heuvelachtig terrein met verschillende zandsteenformaties en daarna reden we urenlang op een plateau waar in de verste verte geen rimpeling in het zand was te ontdekken. Tijdens een theestop zag ik op de grond allemaal schelpen liggen – kennelijk is hier vroeger zee geweest. Het is moeilijk voor te stellen dat in deze hete grill ooit water heeft gestroomd. Rond drie uur kwamen we aan in Bahriya. De Tsjechen en de Hongaren wilden verder reizen, dus de Nieuw-Zeelanders (Clint en Christine) en ik togen naar Achmed’s Safari Camp. Na alle best wel indrukwekkende ervaringen van de ruige woestenij waren we toe aan enkele Stella’s, het bier hier in Egypte. Christine hield het snel voor gezien – zij heeft al twee weken last van haar maag en constant diarree. Clint en ik hielden het voor gezien na drie bier, moe als we waren van een slapeloze nacht in een van de meest ontoegankelijke gebieden van de Sahara. Maar ondanks de hitte en de leegte was het het waard.

Lees verder naar donderdag 14 september.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *