Dagboek van Egypte

Donderdag 14 september

Omdat ik slechts vier weken in Egypte ben, wilde ik de oases achter me laten. Als ik meer tijd had gehad, had ik me graag laten onderdompelen in de woestijncultuur in de oases en wellicht nog een paar nachten onder de blote sterrenhemel willen doorbrengen. Vandaag stapte ik echter in de bus naar de op één na drukste stad ter wereld. Clint en Christine gingen met me mee – net als ik willen zij zo snel mogelijk naar de Nijl en de Rode Zee. Volgens de Lonely Planet duurt de rit naar Cairo zes uur, maar na drie uur rijden door de woestijn zag ik al de eerste grauwe buitenwijken van deze miljoenenstad. Onderweg viel het me weer eens op hoe ongelofelijk inefficiënt en amateuristisch dingen in Egypte zijn geregeld. Zo kun je bij een T-splitsing niet linksaf omdat er een berm tussenzit – dan moet je eerst drie kilometer rechtsaf en vervolgens keren. In Cairo ging ik direct met de metro door naar het treinstation. In het metrostation nam ik afscheid van Clint en Christine, die een dagje in Cairo wilden blijven om uit te rusten. Ik was toe aan wat luxe en comfort, dus kocht een eersteklas kaartje op de duurste slaaptrein naar Aswan in het zuiden. Het was inderdaad even een andere wereld waar ik in belandde. Mijn airconditioned compartiment deelde ik met een Amerikaans-Griekse miljonair, die zijn eigen softwarebedrijf had opgericht. Hij vertelde dat hij twee appartementen bezat, een in Athene en een in Manhattan in New York. Elke twee weken pendelt hij heen en weer. Terwijl we een gesprek voerden over de Tweede Wereldoorlog werd er door een treinsteward in uniform een diner in ons compartiment geserveerd. Met bier of wijn erbij, uiteraard. Tegen elven, na het gebruik van de wastafel in mijn compartiment, dook ik het bed in. Het was het lekkerste bed in Egypte tot nu toe.

Lees verder naar vrijdag 15 september.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *