Dagboek van Egypte
Maandag 4 september
Het was maar goed dat ik nog een paar wijntjes heb gedronken, want in het vliegtuig werd geen alcohol geschonken. En in Egypte is geen wijn te krijgen, zo heb ik vandaag vernomen. Vannacht om ongeveer half twee arriveerde ik in Cairo, ruim twee uur later dan gepland. Ondanks de gebruikelijke bureaucratie bij de paspoortcontrole in dit soort landen, manoeuvreerde ik me toch vrij soepel langs enkele douanebeambtes heen. Misschien heb ik wel een hele betrouwbare uitstraling. Buiten werd ik opgewacht door enkele tientallen taxichauffeurs en afgevaardigden van cheap hotels, maar gelukkig óók door de man die me naar het Windsor Hotel zou brengen. Via internet had ik dit hotel vantevoren gereserveerd en ze boden me ook aan om me voor tien dollar van het vliegveld af te halen. Om half drie lag ik in bed, natuurlijk te laat om het ontbijt van vanochtend te halen. Deze eerste dag in Egypte besloot ik het rustig aan te doen: wennen aan de warmte, het eten en de mensen en te voet Cairo een beetje verkennen. De stad met twintig miljoen mensen, de derde grootste stad ter wereld, is lang niet zo vies, vuil, druk en lawaaiierig zoals iedereen me van tevoren had verteld. Ook de opdringerigheid van de Egyptenaren viel alleszins mee – ik kon uren rondlopen zonder lastiggevallen te worden. Alleen als ik in de buurt kwam van toeristische attracties vlogen de ‘aanbiedingen’ me om de oren. Tegen het avondgloren moest ik mijn verkenning te voet noodgedwongen staken. Mijn net gekochte palladiums bleken nog te stijf om me van blaar- en pijnloze voeten af te houden. Het lukte me nog net om krampachtig en moeilijk lopend een restaurantje in de buurt van mijn hotel te vinden.
Lees verder naar dinsdag 5 september.