Ghana Reis Dagboek

VRIJDAG 29 OKTOBER

De mannetjes die je zogenaamd enthousiast begroeten in en rond mijn hotel kwamen mijn neus uit, dus ik verkaste naar Hans Cottage. Het is een idyllisch gelegen hotel in de jungle met een terras boven een vijver met krokodillen, een zwembad en gratis internet. En niet duur, zo’n 10 euro voor een mooie kamer. Toen ik er arriveerde, waren de krokodillen niet thuis, was het zwembad dicht voor onderhoud en lag het internet eruit. Dan maar met een taxi naar het Kakum Nationaal Park. (Ik neem veel taxi’s hier, waarom zou ik wachten in de hete zon, me tussen tientallen anderen persen in een veel te klein minibusje en m’n leven riskeren als ik voor een ritje van 25 kilometer zo’n 4 euro kwijt ben?) In het park kocht ik een twee uur durende wandeltocht door de jungle, waarna Rocky mij onder zijn hoede nam. De parkwachter was een klein, iel en mager mannetje, die mij zuchtend op sleeptouw nam. ,,Ik ben aan het vasten”, zei hij, en zijn gezicht verried dat hij niets lievers deed dan onder een boom te liggen. ,,Ik had gisteren twee Hollanders, en die wilden maar liefst drie uur wandelen. Where do you come from?” Na af en toe bij een boom te hebben stilgestaan, bevroor hij plotseling bij een struikje waar wat geruis uit kwam. ,,Monkey”‘, zei hij, en hij wees naar de struik en gebaarde mij dat ik op mijn hurken moest gaan zitten. Zo zaten we daar, gehurkt, enkele minuten, maar ik zag niks anders dan die struik. Die beroemde zangregel van Toon Hermans gonste door mijn hoofd: ‘Wat ruist daar door het struikgewas? Het is een…. Het is een….’ Afijn, na krap twee uur heb ik geen apen, antilopes, olifanten of luipaarden gezien, maar schijnbaar wel gehoord. Maar ja, hoe kan het ook anders als je het eerste uur vlak langs een autoweg blijft lopen. We liepen weliswaar door dichte bebossing, maar om de paar minuten hoorde ik een auto langsrazen. Dit leek me voor mensschuwe apen niet de meest voor de hand liggende plek om een middagdutje te doen. Dat gold ook voor mij, want pas terug in Hans Cottage sloot ik even mijn ogen boven een krokodillenvijver waar geen krokodillen in zwommen. Toen het hevig ging onweren en de regen op z’n tropisch met bakken tegelijk naar beneden viel, zette ik mijn dutje in m’n hotelkamer voort. Toen ik weer ontwaakte, stond het parkeerterrein vol met terreinwagens en 4WD’s van westerse expats en ‘hulpverleners’ die in deze setting uit dineren gingen. Terwijl hun zwarte chauffeurs in de auto bleven of ergens gingen dutten, deden zij zich tegoed aan bier overgeprijsd Ghanees eten. Na het eten moest ik plotseling 20 procent ‘tax’ betalen. Ik begon steeds meer te walgen van deze o-zo romantische en idyllische plek.

Lees verder naar zaterdag 30 oktober

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *