ZATERDAG 30 OKTOBER
Of het door de malariatabletten komt, weet ik niet, maar ik had een zeer merkwaardige droom vannacht. Eigenlijk was het meer een nachtmerrie. Ik droomde dat ik als spion in New York werd geëuthaniseerd. De Nederlandse overheid had genoeg van me, en aangezien euthanasie legaal is in Nederland, wilden ze dat op me toepassen. Het zou de volgende dag gebeuren en ik kon niet meer afscheid nemen van familie en vrienden. Ik vond het gewoon moord, maar er onderuit komen, dat kon niet meer. Tot drie keer toe schrok ik wakker van dit absurde verhaal, maar elke keer dat ik weer in slaap viel ging de nachtmerrie verder, langzaamaan richting het moment dat zou gebeuren. Toen ik na de derde keer besloot definitief aan iets anders te denken, droomde ik dat ik naar het zwembad ging waar ik allemaal vrienden en ex-collega’s tegenkwam die ik al jaren niet meer had gezien. Ik vertelde hun dat ik zo’n rare droom had over euthanasie in New York, waar ze allemaal hartelijk om moesten lachen. Vervolgens verdwaalde ik in een labyrint van gangen en kon ik tot mijn grote paniek de kleedkamer niet vinden. Toen ik ontwaakte, besloot ik dat het tijd was om op te staan. Misschien was de droom een waarschuwing, om goed op mezelf te passen vandaag. Met de taxi ging ik naar het busstation van Cape Coast, vandaar naar het busstation van Takoradi en vervolgens met een taxi naar het treinstation van Takoradi. Daar kocht ik een treinkaartje voor de slaaptrein naar Kumasi, het enige traject in Ghana dat je met de trein kunt bereizen. Ik vind het altijd leuk verschillende vervoermiddelen te proberen, en mijn inschatting is dat de trein in Ghana binnenkort is uitgestorven. De trein vertrok pas ‘s avonds half negen, dus ik moest nog de hele dag doorbrengen in Takoradi, een landerig havenstadje waar in het weekend duidelijk niet wordt gewerkt. Zoals gewoonlijk was ik weer de enige toerist (ik doe kennelijk altijd dingen die buiten het toeristencircuit liggen) en ik was ook een van de weinigen die die midden op de dag op straat liep. Over aandacht had ik niets te klagen. In het Memories Restaurant waar ik als enige van de lunch genoot, leunde serveerster Anita zo met haar borsten op mijn bord dat ik geen hap door mijn keel kreeg. Letterlijk. In de Stomach Cure Bar probeerde een slanke gezelschapsdame bij mij een drankje los te troggelen en nog veel meer, terwijl ik onverstoord probeerde de Daily Graphic uit te lezen. Bij het treinstation, waar de verlichting erg schaars was, wemelde het van de randfiguren. Een man die zich Isaac noemde, was daarvan nog de ergste. Toen ik mezelf insmeerde tegen de muggen, wilde hij dat ik ook hem en al zijn duistere vrienden zou insmeren. Dan zou ik in een keer door mijn muggenolie heen zijn. Na het verschaffen van een nepadres kon ik hem afpoeieren. Ik was blij toen ik eindelijk, in het stikdonker, mijn eigen treincompartiment kon betreden. |