Mexicaans Dagboek
DINSDAG 4 NOVEMBER
Vandaag zou ik naar San Cristóbal de Las Casas gaan om daar Tjeerd en Sandrine weer te treffen, maar ik wilde eerst naar de Cañon Sumidero. In de minibus op weg naar de canyon kwam ik Christina en de twee andere Duitsers weer tegen. Het Germaanse koppel was vriendelijker dan een paar dagen geleden, ook al hadden ze er net een reis van tien uur per nachtbus op zitten. Ik hoorde nu ook hoe ze heten: Thomas en Tina. Na een kort ritje kwamen we aan in Chiapa de Corzo. Samen met nog vier Mexicaanse toeristen stapten we in de boot die ons naar de kloof bracht. Hier bleek maar weer eens wat voor een staaltje kunst natuurgeweld kan voortbrengen. Het riviertje stroomt tussen bergwanden en steile hellingen van liefst 800 meter hoog. Wat voor erosiekracht is daarvoor nodig! De rivier kronkelt langs inkepingen, rotswanden waar toch nog cactussen op groeien en watervalletjes. We voeren langs een gigantische boom of plant met enorme bladeren waarlangs water naar beneden stroomt. Deze creatie staat bekend als de Christmas Tree. Ik heb drie – vrij grote – krokodillen gezien, en pelikanen, de welbekende reigers en andere voor mij onbekende gevleugelde vrienden. Prachtig allemaal, die natuur, totdat je halverwege de kloof iets afschuwelijks tegenkomt: een enorme hoeveelheid drek, afval en viezigheid drijft als een bruine vlek op de rivier. Veel hout en plastic flesjes andere gore troep. Het is zo’n stinkende en klevende substantie, dat de motorboot er nauwelijks doorheen kwam. Het schokte mij. Ben je in wat een natuurreservaat heet te zijn, een beschermd stuk landschap, en dan zie je opeens die grote berg moeilijk verteerbare rotzooi die duizenden huishoudens kilometers stoomopwaarts in de rivier hebben gedumpt. Dan merk je opeens dat Mexico toch echt een ontwikkelingsland is, met op veel plaatsen een gebrekkig rioleringssysteem en kennelijk geen geld om een natuurgebied voor een grote berg rottend afval te behoeden. De canyon was fabuleus, maar dit was een domper. In San Cristóbal trof ik Tjeerd en Sandrine op de afgesproken plek, en om onze nieuwe hereniging te vieren gingen we naar Bar La Revolucion. Dit is de hipste bar van het moment in het koloniale stadje, opgedragen aan subcommandante Marcos, de vage en allesverhullende leider van de Zapatistas-beweging. Dit is de plek waar de backpackers naartoe gaan om zich dronken te drinken, vooral tijdens het happy hour. Voor ons was dit dus de ideale plek. |