Mexicaans Dagboek

DONDERDAG 6 NOVEMBER

Om half negen, na een ontbijt op een bankje voor een kerk, zaten we alledrie al op een mountainbike met 21 versnellingen. Onder begeleiding van een Zwitserse Mexicaanse en in het gezelschap van twee Zwitserse toeristen fietsten we naar de heuvels rondom San Cristóbal. We hadden ons aangemeld voor een fietstocht naar de indianendorpen in de buurt. Er zaten geen onbegaanbare paden en energievretende klims bij, dus dat moet kunnen, dachten we. Na enkele halsbrekende toeren in het drukke centrum van SC zaten we op de hoofdweg de heuvels in, een lange en opgaande rit. Al snel kreeg het gehijg de overhand en merkte ik – en de anderen – dat de conditie niet helemaal meer op het gewenste niveau was. Maar kort daarna kwam de beloning: prachtige natuur en inderdaad één onvervalst indianendorp. Het bestond uit een kerkje, een paar houten huizen en daaromheen een stuk of tien mannen die een waterleiding aan het aanleggen waren. Hier wonen driehonderd mensen, vertelde de Zwitserse die al tien jaar in SC woont. Hier en daar zag je indianen lopen of zitten, maar contact hebben we niet met ze gemaakt. Ook foto’s maken was volgens onze begeleidster uit den boze. De mensen zouden er agressief van worden en zij zou niet meer mogen terugkomen met nieuwe fietstoeristen. Na dit dorp bestond de tocht voor mijn gevoel voor een groot deel uit klimmen. We reden door weilanden, op smalle paadjes omhoog door een bos en over gecombineerde zand- en steenweggetjes. Behalve de beenspieren hadden ook mijn armspieren een stevige aanslag te verduren toen we met onze mountainbike op onze nek een glibberig paadje moesten beklimmen. Dat leverde soms momenten op waarop ik dacht: waarom doe ik mezelf dit aan? Maar dat gevoel was snel weer verdrongen door het genot achteraf een sportieve prestatie te hebben geleverd en het idee dat je iets hebt gedaan dat niet tot het standaard toeristenpakket behoort. Na een stevige lunch zaten we in de bus naar Comitán, op zoek naar nog meer natuur en avontuur. In Comitán was dat niet te vinden – het is een rijke, moderne stad die leeft van…. tja, van wat eigenlijk? Het stadje zou kunnen profiteren van de ligging van Guatemala 80 kilometer verderop. Dat levert in ieder geval handel op, in bijvoorbeeld koffie, bananen, smokkelwaar, cocaïne of cola (er is een Coca Cola-fabriek). Thuis maar ‘s even googlen om daar achter te komen.

Lees verder naar vrijdag 7 november

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *