Dagboek van een wereldreis

Zaterdag 13 april

Het reizende bestaan heeft als voordeel dat je maar weinig kleren bij je hebt, waardoor je niet elke ochtend de moeilijke keuze moet maken wat je vandaag weer eens aan zal trekken. Ik hoef niet na te denken, ik trek gewoon hetzelfde vuile T-shirt aan dat bovenop mijn rugzak ligt. Mijn enige andere T-shirt ligt te wachten om gewassen te worden. In Vietnam doen ze het echter nog simpeler: daar lopen ze overdag in pyama’s rond. Je hoeft niet na te denken én je hoeft ‘s ochtends vroeg niet van kleren te verwisselen. Jeremy kwam vandaag wat meer los. Hij zei meer (of zelfs wat), zodat we besloten een paar uur door te brengen op een terras langs de rivier en te klagen over hoe hard we het als reiziger wel niet hebben. We zouden eigenlijk betaald moeten krijgen, het reizen is als een baan van 140 uur per week. Het is een stresserig bestaan, want nadat we hiermee klaar waren hadden we slechts drie uur de tijd voor het nuttigen van ons avondeten omdat we ‘s avonds ook nog naar een traditionele Vietnamese dansvoorstelling wilden. Het avondeten was dit keer waardeloos. Ik kreeg groentesoep in plaats van mixed grill waar stukjes rubber in dreven dat zowel van een sportschoen als van een condoom had kunnen zijn. We besloten de vieze smaak in onze mond weg te spoelen met slangenwijn, het verse bloed van een slang. Op de markt kozen we een slang uit, waarop de marktkoopman het beest boven een soort karaf door midden hakte en het bloed naar beneden gutste. Wij kregen een borrelglaasje met het spul. De eerste paar slokken smaakten als sherry, maar de nasmaak was in één woord AFSCHUWELIJK.

Verder lezen naar zondag 14 april.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *