Dagboek van een wereldreis

Zondag 14 april

De traditionele Vietnamese dansvoorstelling van gisteravond was heel grappig. Een aantal mannen speelden muziek op een soort viool met maar één snaar (lijkt me een moeilijk te bespelen instrument) en de dans bestond eigenlijk meer uit een toneelvoorstelling van twee personen dat qua kwaliteit niet onder deed voor mijn briljante acteerprestaties op de lagere school. Ik heb al weer genoeg van het niks doen in Hoi An, dus met de luxe toeristenminibus verder naar het zuiden, naar Nha Trang. Er zaten dit keer maar drie personen in het busje. Het was de meest riante busrit die ik heb meegemaakt met een complete achterbank helemaal voor mij alleen. De buschauffeur reed snel en als een gek. Na tien uur lang racen kwamen we aan in Nha Trang, een soort Vietnamees Scheveningen. Het is een badplaats aan de kust en ze zijn hard bezig het te verpesten door vele hoge hotels langs de kustlijn neer te zetten. Over tien jaar loop je hier een gehoorbeschadiging op door de harde muziek die uit de discotheken schalt en zijn het vooral flanerende tieners en dove bejaarden die het straatbeeld bepalen. Mijn reisgezelschap in de minibus bestond uit een iele Fransman en een 40-jarige Australische vrouw. Met z’n drieën besloten we een hotelkamer te delen, hoewel het enthousiasme hiervoor van de andere twee niet overmatig groot was. Er waren geen andere kamers meer vrij, dus ze hadden geen andere keus behalve dan een ander hotel op te zoeken. Voor mij was het in ieder geval een stuk goedkoper (vier dollar per nacht).

Verder lezen naar maandag 15 april.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *