Dagboek van een wereldreis
Donderdag 14 december (dag 40)
Wat een verademing, dat ik in India nu weer andere reizigers tegenkom. Ook wat Nederlanders, zodat ik sinds Ronalds vertrek weer eens mijn Nederlands kan oefenen. Niet dat ik het al verleerd ben, maar het is toch leuk zo af en toe met een paar landgenoten op te trekken. Ik heb nog niet genoeg van ze. Ook een hoop (alleen reizende) vrouwen. Al klinkt dat misschien wat al te begerig, maar sinds het zo vrouw-onvriendelijke Midden-Oosten ben ik daar even aan toe. Én ik heb vanavond weer alcohol gedronken, sinds lange tijd droog te hebben gestaan!
Ik heb het vandaag rustig aan gedaan, na een lange nacht van ongeveer veertien uur slapen. Na een lekker ontbijt (ook het eerste in zes weken!) op zoek naar het postkantoor voor de poste restante balie. Je hebt hier twee hoofdpostkantoren: die van Delhi en die van Old Delhi. Die van Delhi kon ik niet vinden, dus toen maar naar die van Old Delhi. Twee brieven, dus mijn dag was weer goed. In de buurt van het oude postkantoor was ook het Rode Fort, een indrukwekkend monument uit vroegere tijden. Dus heb ik het bezocht, en het was de moeite waard.
In het oude deel van Delhi is het verschrikkelijk druk. Het is ongelofelijk hoe al die riksja’s zich een weg weten te banen en zich vooruit weten te persen in het drukke verkeer. Ik word hier aan mijn armen gegrepen door bedelaars, die niet weggaan zolang je ze niet hebt weggeslagen (letterlijk). Ik ben vandaag overigens bijna beroofd door kinderen die m’n rugzak wisten open te ritsen, maar een alerte Indiër maakte me er nog net op tijd op attent.