Dagboek van een wereldreis
Donderdag 16 november
Beiroet hadden we nu wel gezien, maar we bleven in Beiroet overnachten. Libanon is zo’n klein land dat we Beiroet gebruiken als een soort uitvalsbasis voor andere bezienswaardigheden in den lande. Dus vandaag zijn we naar Baalbeck geweest, Libanon’s grootste ruïne en toeristische attractie nummer één.
Met de taxi 86 kilometer daar naartoe, met zes personen in een 5-persoons Mercedes. Eén passagier had het ongeluk de hele rit naast de bestuurder boven de schakelbak te moeten hangen, maar wij zaten gelukkig op de achterbank. Baalbeck is niet alleen Libanon’s grootste ruïne, maar ook een van de grootste ter wereld. Veel is nog intact gebleven en ik moet zeggen dat de ruïnes me nog niet beginnen te vervelen. Alles is ook zo groot en indrukwekkend, daar had ik in Nederland nauwelijks een idee van.
Na een uurtje of twee hadden we het wel gezien en zijn we weer met z’n zessen in een zogenaamde service-taxi naar Beiroet gereden. Slingerend over een snelweg door de bergen. Mensen rijden hier als gekken, halen links en rechts in, maar gek genoeg maken ze zelden ongelukken. Haarfijn gaat alles rakelings goed. We hebben nog geen andere buitenlanders ontmoet, dus gingen we eten in de buurt van de American University in de hoop daar wat andere aliens tegen te komen. Maar we zaten weer alleen in de pizzatent waar we naartoe gingen. De Libanezen zijn kennelijk niet zo outgoing zoals we vermoed hadden.