Dagboek van een wereldreis
Woensdag 27 maart (dag 144)
Josh, de Amerikaan, bleef nog één dag in Bangkok voordat hij weer naar Japan vertrok, dus met hem heb ik de hele dag doorgebracht. In tegenstelling tot zijn zusje die vanochtend vroeg het vliegtuig moest halen, is hij wél gezellig en kun je met hem lachen (al zijn Amerikanen sowieso makkelijk aan het lachen te krijgen).
We hadden allebei het gevoel vandaag niet al te veel de toerist uit te hangen, dus zijn we met een taxi naar een bioscoop gegaan en hebben de film Sense and Sensibility bekeken. We wisten beiden van tevoren niet waar die film over ging: over de zorgen van vier Engelse, adellijke vrouwen in de 18e eeuw om een geschikte man te vinden. Een lekkere zoete film met een happy end. Daarna terug naar de Khao San Road waar we de rest van de avond in een restaurantje hebben gehangen, af en toe een blik werpend op de videofilms die daar werden gedraaid. Onbegrijpelijkerwijs hebben die films een grote aantrekkingskracht op de westerse rugzaktoeristen, de restaurants mét video zitten vier keer zo vol als die zónder. Ik neem aan dat al die lui al vijf maanden nauwelijks een westerse film hebben gezien.
Nog twee keer tevergeefs naar het reisbureau geweest waar ik mijn visum voor Laos zou moeten kunnen afhalen. Het was er dus nog niet, en na de eerste keer werd mij gevraagd na twee uur terug te komen. Toen ik terugkwam werd mij terstond medegedeeld dat ik het visum morgen om twaalf uur kan ophalen. Ja, ja, al die moeilijke landen die ik wil bezoeken.