Dagboek van een wereldreis
Donderdag 28 maart (dag 145)
Al die moeilijke landen hebben dus ook moeilijke ambassades, want toen ik om twaalf uur bij het reisbureau kwam vertelden ze me glimlachend dat mijn visum nog niet rond was en dat ik vanmiddag maar terug moet komen. Misschien lag het niet aan de ambassade maar aan het reisbureau, de waarheid zal ik nooit te weten komen. Het was al frustrerend genoeg dat ik weer een dag moet doorbrengen in een stad waar ik nu langzamerhand wel genoeg van heb, net nu ik mijn rugzak had ingepakt en mijn hotel had verlaten.
Mijn leven werd dus voor korte tijd slow motion teruggespoeld: ik heb mijn hotel weer betreden en m’n rugzak weer uitgepakt, want het is vrijwel zeker dat ik vandaag NIET richting Laos kan vertrekken. Om genoegdoening te zoeken voor deze frustratie ben ik maar weer een bioscoopje gaan pakken. De film Broken Arrow, die waardeloos was, begon pas om half acht. De paar uur daarvoor heb ik rondgedoold in het aangrenzende winkelcentrum, die waarbij tien Hoog Catharijne’s aan elkaar zijn vastgeplakt en die ook tien keer zo luxe is als de Utrechtse mini-equivalent.
Ik heb lang niet alles gezien, het was zo enorm groot en had bovendien een paar mega-warenhuizen die makkelijk kunnen doorgaan als de luxe versie van de Bijenkorf. Overal goudkleurige glitter, parkjes met fonteinen, brede wandelpaden, live muziek en prijzen die mijn haren deden rijzen. En dat heet dan gewoon een “winkelcentrum”.