Dagboek van een wereldreis
Vrijdag 29 maart (dag 146)
Het kostte me behoorlijk wat moeite weg te komen uit Bangkok, hoe graag ik ook weg wilde. Je kunt natuurlijk lange tijd op één plek rondhangen en dan achteraf zeggen dat je tig maanden hebt gereisd, maar dat is niet mijn ideaal van reizen. Ik wil bewegen, op weg zijn naar een volgende bestemming.
Vanochtend vroeg kon ik eindelijk mijn paspoort mét visum voor Laos ophalen, waarna ik de bus nam richting het busstation. Na anderhalf uur kwam ik erachter dat mijn bus niet stopte op het busstation, maar 100 meter daarnaast. Toen was mijn bus al kilometers verder en moest ik weer de bus terugnemen. Het was reeds middag toen ik eindelijk in de geairconditioneerde bus zat naar (even opzoeken)…. Nakhon Ratchasima, een plaatsje bijna halverwege tussen Bangkok en de grens van Laos.
Volgens de Lonely Planet-gids is er best veel te zien, dus ik zat eraan te denken hier een dag te spenderen. Maar eenmaal gearriveerd wil ik morgen zo snel mogelijk weer weg. Ik ben de enige westerling in deze saaie en uitgestorven, naar het moderne neigende, op een industriestad lijkende plaats. Bovendien ben ik sinds mijn aankomt in het veel te dure (volgens mijn normen) hotel aan het vechten tegen de kakkerlakken. Een supergrote kakkerlak die ik had weggespoeld in het toilet kwam even later via het doucheputje weer naar boven kruipen, waarna ik weer emmers water in het doucheputje heb gedonderd. Maar die beesten kunnen kennelijk onder water zwemmen, want even later liep-ie onder mijn bed! Ik weet al waar ik over droom vannacht.