Dagboek van een wereldreis

Woensdag 3 april (dag 151)

Lachen gisteravond. Toen we eenmaal alle drie in bed lagen en het licht uit was, begon dikke Amanda ellenlange discussies te voeren over het Marxisme en weet ik veel wat allemaal nog meer. Annemette en ik schonken er nauwelijks aandacht aan en waren al half in slaap, toen dikke Amanda opeens aan mij vroeg: “Zeg Eric, jij bent econoom, wat vind jij er nou van?”.

Oeps, ik had al het geratel dus niet gevolgd en vroeg aan haar of ze het nog eens kon herhalen. Dat was niet vriendelijk, maar Annemette en ik hadden de grootste lol en we lagen dubbel van het lachen (voor zover dat nog mogelijk was onder de muskietennetten). Temeer omdat dikke Amanda niet door had dat ze zulke gesprekken niet op zo’n tijdstip van de dag moet voeren. Maar goed, dit is voor een lezer van een dagboek als dit moeilijk uit te leggen.

Ik heb Vientiane bij het ontwaken van de dag verlaten – na het eten van een homp stokbrood met paté – en ben het binnenland ingetrokken. Met de bus naar het piepkleine dorpje Vang Vieng. Langzamerhand zie je de geciviliseerde beschaving die nog enigszins in Vientiane was terug te vinden veranderen in een beschaving zoals we die in Nederland duizend jaar terug kenden, met de uitzondering dat er nu ook Pepsi verkrijgbaar is. In Vang Vieng naar een guesthouse midden in de jungle, en terwijl de regen losbrak (begin van de moesson?) vooral uitgerust en op bed gelegen. Ik voelde me ontzettend moe vandaag (aanval van reismoeheid?).

► Verder lezen naar donderdag 4 april.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *