Dagboek van een wereldreis
Donderdag 30 november (dag 26)
Voor dag en dauw opgestaan om om acht uur braaf voor het politiebureau te staan, bleek de Minister van Politiezaken opeens op de koffie te zijn en moesten we een uur buiten in de kou wachten! Na het onderonsje van de minister mochten we naar binnen, heb ik mijn visum verlengd en bleek Ronald zich helemaal niet te hoeven melden omdat hij niet langer dan twee weken blijft. Ze zijn in dit land wat langzaam met het doorgeven van essentiële informatie.
Na het verplichte politie-uitje naar de ambassade van India en ja hoor – shit – het duurt minimaal een week en waarschijnlijk dus langer voordat je een visum krijgt. Moet ik nog minimaal een week in Amman blijven, de meest saaie stad van het Midden-Oosten. Maar ja, dat hoort bij het reizen en ik heb de tijd.
Vandaag de laatste dag voor Ronald, dus alle reden om nog enkele souvenirwinkels leeg te plunderen. Ik ook, want mijn souvenirs geef ik als cadeau’s mee aan Ronald die ze in Nederland opstuurt naar Zoetermeer voor het traditionele Sinterklaasfeest in huize Wendel. Na vele dinars aan een aantal kilo’s prullaria te hebben gespendeerd uit eten met twee andere Nederlandse jongens die ook net aan hun wereldreis begonnen zijn en bijna dezelfde route volgen als ik. Het was Ronalds laatste avond, dus met z’n vieren een duistere bar ingedoken voor de afscheidsborrel. Bomvol steeds dronkener wordende Arabieren, die plots ook begonnen te zingen. Live entertainment tonight. Ronald werd gedag gekust door een vieze Arabier toen we de tent verlieten.