Dagboek van een wereldreis
Vrijdag 5 april (dag 153)
Aangezien ze hier geen dienstregeling hebben moet je, als je een bus wilt nemen, gewoon wachten totdat er een langskomt en er dan op springen, in de hoop dat-ie dan ook de goede richting op gaat. Ik zat dus naast mijn ingepakte rugzak te ontbijten toen ik plotsklaps een bus zag aankomen. Ik liet mijn half opgegeten broodje staan en sprong op die bus, evenals de Canadees waar ik net mee zat te praten.
We reden inderdaad de goede kant op, richting Vientiane. Halverwege zijn we er echter weer uitgesprongen, tezamen met drie andere toeristen. We konden niet meer aanzien hoe de buschauffeur zich lazarus zat te drinken. Binnen een half uur had hij al vijf blikjes Heineken naar binnen gewerkt en toen we naar buiten sprongen werd er nog een tas gevuld met blikjes bier naar binnen gedragen. De chauffeur voelde zich niet geroepen zijn passagiers veilig af te leveren. Hij keek meer naar zijn vrienden die naast hem zaten dan naar de weg en de bus begon steeds meer te slingeren.
Wij kozen voor de veilige weg en zijn even later met een andere bus in Vientiane aangekomen. Ik heb mijn visum voor Vietnam opgehaald en logeer weer in het State Enterprise for Cultural Production Guesthouse, waar ik de kamer deel met de Canadees en een Schot van de Shetland-eilanden. Ik heb het idee dat ik Vientiane zo langzamerhand al ken, dus ga ik morgen meteen verder naar het zuiden.