Ghana Reis Dagboek

WOENSDAG 27 OKTOBER

Samen met twee andere Nederlanders had ik me laten overhalen door een mannetje dat bij het hotel stond te wachten, om ons naar Accra te brengen. Ik naar het busstation, de andere twee naar het Nationaal Museum. Zoals ik al vermoedde, wist onze pseudo-taxichauffeur de weg niet. Aan de hand van het kaartje in mijn reisgids heb ik hem naar het museum geleid, dwars door het drukke verkeer in de ochtendspits. En dat door iemand die voor de tweede keer in zijn leven in deze miljoenenstad is! Ook naar het busstation moest ik de chauffeur de weg wijzen. Daar was de chaos minder groot dan ik had verwacht. Mensen stonden netjes in de rij voor het loket en al vrij snel had ik een kaartje naar Cape Coast, voor omgerekend 1,80 euro. (Anders dan in veel andere voormalige Britse koloniën hebben ze de naam van de steden hier niet hun oorspronkelijke Afrikaanse naam teruggegeven, want Cape Coast heette heel vroeger nog Kotokuruba). De bus vertrok ook al meteen, zonder dat ik dit had uitgekiend! Het was zo’n typische derde wereldbus waar ik in zat, hij rammelde aan alle kanten, de ramen kletterden de hele tijd tegen elkaar met een volume van 80 decibel en de stoeltjes waren klein en oncomfortabel. Ik zat helemaal vooraan, dus ik had flink wat beenruimte. Door die positie kon ik meegenieten van de kamikaze-achtige handelingen van de buschauffeur. Geregeld zag ik door de gebarsten ruit voor me volgeladen trucks op me af komen, vooral als we net over een heuveltje reden. De buschauffeur zag zijn toeter als de redder in nood en de oplossing van alle problemen. Drieëneenhalf uur later kwam ik heelhuids in Cape Coast aan. Ik had barstende koppijn (misschien teveel naar de voorruit gekeken?), waarschijnlijk toch te lang buiten in de hete zon gelopen toen ik op zoek was naar een hotel. In Sammo’s Guesthouse, met een ongelofelijk chagrijnige en ongastvrije kerel achter de receptie, eerst een tijdje op bed gelegen. Met een paracetamol, wat rust en een draaiende fan boven m’n kop hoopte ik er snel weer bovenop te komen. Ik had even het gevoel dat mijn hoofd dreigde te exploderen. Het begin van een zonnesteek? Even later ging het gelukkig weer wat beter en durfde ik het aan het stadje te verkennen en een eerste blik te werpen op het Cape Coast Castle. Ik eindigde met een biertje en een fried rice voor minstens drie personen op het dakterras van m’n hotel, waar ene Isaac contact met me zocht. Hij verkocht vroeger drumlessen en had als reggaezanger een paar cd’s verkocht, maar nu had hij zijn ziel aan God gegeven. Hij was geroepen door de apostel Johannes, vertelde hij me, en hij bad elke dag om de ‘drunken people’ die God links hadden laten liggen, te mogen bekeren. Uiteindelijk wilde hij mijn gids zijn voor morgen, zo bleek, nadat ik zijn verhalen had aangehoord.

Lees verder naar donderdag 28 oktober

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *