Dagboek van een wereldreis
Zondag 12 november
Gisteren zei ik nog dat we bijna nergens andere buitenlanders, laat staan toeristen, tegenkwamen. Dan zal je net zien, als je dit opschrijft, dat het toeval de werkelijkheid als het ware overtreft. Gisteren gingen we eten in een restaurantje dat er leuk uitzag, en voordat we het wisten zaten we daar met acht Hollanders. Allemaal Nederlanders op dezelfde tijd op dezelfde plek ergens in een klein dorpje midden in de woestijn van Syrië. Hoe is het mogelijk? Heeft mijn dagboek een soort magische uitwerking of zo?
Tussen de Nederlanders zat een leuk jong stel, die fietsen van Rotterdam naar Kaapstad. Vergeleken daarmee is mijn wereldreis maar een kleinigheidje. We hebben even gezellig gepraat, en zij gaf me het adres van een Nederlandse die ik kan gaan bezoeken in Hongkong. Leuk, die contacten die je opdoet tijdens zo’n reis! Vandaag van de woestijn naar de kust, van Palmyra naar Tripoli om precies te zijn. In iets meer dan een week doen we drie landen aan, we lijken wel Amerikanen die in drie weken heel Europa doen.
De rit was vrij enerverend. Zonder problemen van Palmyra naar Homs, maar toen…. In Homs vonden we vrij snel een bus naar Tripoli in Libanon, maar net op de snelweg begaf de bus het. De buschauffeur zat nog wat te sleutelen maar kreeg de motor niet meer aan de praat. Even later verdween de buschauffeur met een passerende auto. Wij, met alle andere passagiers, zijn toen maar in de ontzettend smerige berm gaan zitten, wachtend op wat komen gaat. Gelukkig kwam de chauffeur een uurtje later terug, tezamen met een monteur die na enig sleutelen de bus weer aan de praat kreeg. Enkele meters weer rijdend op de snelweg vloog opeens de deur eruit. Wederom gelukkig was de monteur nog aan boord die op vernuftige wijze de deur weer in de deurpost wist te frommelen.
Bij de grens met Libanon aangekomen moesten we ongeveer vijf checkpoints (ik begon op een gegeven moment de tel kwijt te raken) en vele kilometers passeren voordat we werkelijk konden zeggen dat we in Libanon waren aangekomen. En dat terwijl Syrië en Libanon zwaar met elkaar zijn bevriend! Dat ligt tussen Nederland en België wel wat anders. Omdat we uit Nederland kwamen kregen we natuurlijk een speciale behandeling bij de grens, hoewel we net zo onbeschoft werden behandeld als de Syriërs die naar Libanon trokken. Zo werd ons paspoort na te zijn gestempeld ons bijna recht in het gezicht gesmeten. Maar goed, wel indrukwekkend allemaal, zo’n grensovergang. De buschauffeur was het zelf ook allemaal beu en reed met een rotvaart naar Tripoli. Met pijn en moeite een beetje geschikt hotel gevonden, vlakbij de zee. Kennelijk komen er nauwelijks toeristen, want er zijn bijna geen hotels en de hotels díe er zijn, zijn extreem duur of gesloten. Ons hotel is een echt familiehotel: iedere keer als we met onze diarree naar de wc rennen moeten we door de huiskamer waar de familie bijeen zit.