Dagboek van een wereldreis
Maandag 11 december (dag 37)
Gewacht, dat heb ik vandaag vooral gedaan. Er gaat een bus van mijn jeugdherberg naar het centrum, maar die gaat volgens mij één keer per anderhalf uur. Ik heb maar liefst één uur en twintig minuten (!) moeten wachten voordat ik het krakkemikkige stuk blik aan zag komen. In de toeristenbrochure van Bahrein staat dat ze een uitgebreid busnetwerk hebben, maar dat er gek genoeg heel weinig toeristen zijn die er gebruik van maken. Vind je het gek!
In het centrum aangekomen nam ik zomaar een willekeurige bus. Ik zou wel zien waar ik uit zo komen en misschien zie ik zo nog iets van het land. Uiteindelijk kwam ik aan in het plaatsje Riffa. Veel van het land heb ik niet gezien, want als je bedenkt dat Bahrein ongeveer even groot is als Texel, dan kan je je voorstellen dat bijna al het land is volgebouwd. Non-stop huizen, winkels en villaatjes zag ik dus uit mijn busraam. In Riffa staat Bahrein’s oliecomplex, dus overal zag ik oliepijpleidingen door achtertuintjes lopen. Heel toevallig, zonder dat ik het van tevoren wist, was er ook een toeristische attractie in Riffa: namelijk een fort. Dat heb ik toch maar even mooi meegenomen! Het was wel gesloten, maar dat neemt niet weg dat ik het toch heb gezien!
Vervolgens heel lang gewacht op de bus terug (even dacht ik dat ik de laatste bus had gemist – het was per slot van rekening al vier uur ‘s middags) en in het centrum aangekomen heel lang gewacht op de bus richting mijn jeugdherberg. Het begon net weer te regenen toen ik daar aankwam. Gelukkig kon ik mijn was nog nét voor de volgende stortbuien behoeden.