Dagboek van een wereldreis
Zondag 24 december (dag 50)
Na een hele lange nacht voelde ik me gelukkig weer goed. Ik wilde een warme douche nemen, maar warm water schijnt hier alleen tussen half drie en tien voor half vier ‘s middags beschikbaar te zijn. Dan maar wassen met koud water.
Ik heb na drie dagen eindelijk het stadspaleis bezocht, waar Udaipur zo bekend om staat. Zondag is een vrije dag voor de Indiërs, dus het was ellebogenwerk om me een weg te banen tussen hele hordes Indiase families. Het paleis was op zich wel mooi, alleen stond er niks in. De meubels en ornamenten zijn waarschijnlijk door corrupte museummedewerkers ingepikt. Na het museum naar het nabijgelegen park. Het was werkelijk een verademing hoe netjes het daar was vergeleken met de omgeving. Netjes aangeharkte perkjes met bloemen, terwijl het daarbuiten de stank, het vuil en de armoede is die overheerst. Afval wordt gewoon op straat gegooid en het riool zie je onder de straten doorlopen.
Na een redelijk koude douche tussen half drie en tien voor half vier vanmiddag (tsja, je moet toch wat?) genoten van de zonsondergang. Het is nu kerstavond en ik zit op het dakterras naast mijn hotel, maar ik merk er weinig van dat het de avond voor kerst is. Toch heerst er een beetje een aparte sfeer, de toeristen lijken zich toch iets anders te gedragen dan normaal. Op de achtergrond klinkt mysterieuze muziek en in de plantenbakken zijn wierookstokjes gestopt. Zou de kerstavond dan toch in dit onmogelijke India voor verrassingen komen te staan?