Dagboek van een wereldreis

Zondag 24 maart (dag 141)

Ondanks de hitte toch een lange broek aan vandaag. In Thailand zijn ze, de modernisering ten spijt, toch nog zo conservatief genoeg dat je niet in korte broek het koninklijk paleis mag betreden! Dat stond dus op het programma, en mijn eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het best indrukwekkend was. Al bestond het koninklijk paleis meer uit tempels dan uit royale gebouwen, zelfs die tempels had ik niet willen missen.

Ik sta ervan versteld dat er na de tempels die ik in India en Nepal heb gezien nog andere architectonische methoden zijn om tempels te bouwen. Hier in Thailand zijn ze kleurig en binnen is het vooral de glinstering van het vele goud dat je ogen doet knipperen. Na het koninklijk paleis ook maar even meteen Bangkok’s grootste tempel meegenomen, de Wat Pho. Ik wist stiekem via de achteringang binnen te komen en hoefde dus geen entree te betalen. Wat ik sowieso onzin vind – voor de kerken in Europa hoef je toch ook geen kaartje te kopen?

Na het drinken van een biertje op Khao San Road, waar alle reizigers en semi-reizigers (dat zijn mensen die in een bepaalde stad vooral de hele dag bier drinken in dezelfde straat) uithangen, naar een voorstelling van het Thaise boxen. Dat zou heel spectaculair moeten zijn met meer activiteit buiten de ring dan in de ring, maar ik vond het nogal slaapverwekkend. Vooral in het begin was er weinig meer te zien dan schijnbewegingen door jochies van tien jaar oud. Pas later, toen iemand knock-out werd geslagen, werd het even spannend.

Verder lezen naar maandag 25 maart.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *