Dagboek van een wereldreis
Dinsdag 26 maart (dag 143)
Tijdens het ontbijt kwam ik de Amerikaans-Hawaiiaanse Japanner van enkele dagen geleden weer tegen. Hij was met zijn zus al weer terug van een één of ander Thais eiland waar ze naartoe gingen. Deze avond zou ik hem weer ontmoeten, maar eerst besloot ik het water van Bangkok beter te verkennen.
Ik nam een expresboot naar het noordelijke uiteinde van Bangkok, ben daar naar de kapper geweest zonder schrikbarend resultaat, en nam toen de boot weer terug. Dat was een drie uur durende riviercruise op mijn manier, ongeveer tien keer zo goedkoop en leuk als een georganiseerde boottrip. Naar het postkantoor om mijn leren jack terug te sturen naar Nederland, weer anderhalve kilo lichter. Ik denk niet dat ik het hier in de tropen ooit nog nodig heb.
‘s Avonds met de Amerikaan en zijn zus gegeten in het extreem dure Hard Rock Café, omdat zij heel zeurderig liet weten dat heel graag te willen. Om mijn betaalde rekening iets meer te rechtvaardigen heb ik het glas waar mijn bier in zat, met de opdruk “Singha” (dat in het Thais “bier” betekent), meegenomen. Daarna naar de “hoerenbuurt” van Bangkok, maar het grietje in ons gezelschap zat zo tegen te stribbelen, te zeuren en te klagen dat de Amerikaan en zijn zusje afhaakten (wat een type was dat zeg, vreselijk). De hoerenbuurt Patpong Road was niet wat ik er van verwachtte. Natuurlijk veel neonreclame en mooie meisjes, maar ook tamelijk duur en exclusief, waar je niet veel verder komt zonder creditcard.