Dagboek van een wereldreis
Maandag 1 april (dag 149)
Ik deel mijn kamer met een Franse jongen, Serge, en een Deens meisje (ik ben haar naam vergeten). Zij is heel aardig, maar hij is echt zo’n arrogante Fransman die alleen maar Frans met je wil praten. Aangezien de Deense ook de Franse taal beheerst word ik regelmatig uitgesloten van de conversaties in onze kamer.
Ik heb vandaag de hele hoofdstad al gezien, want zo groot is Vientiane niet. Ik twijfel of ik wel naar Vietnam en China zal gaan. Ik vrees dat ik daarna niet meer genoeg geld heb om ook nog naar Maleisië en Indonesië te gaan, en dat wil ik wel graag. Eerst maar een telefoontje naar Nederland plegen om advies te vragen (en om te weten hoeveel geld ik nog op m’n bankrekening heb staan). Het bellen is nog niet gelukt. Er is in heel Laos maar één kantoortje van waaruit je internationaal kan telefoneren!
Na de lunch met de Deense en de Fransman naar de morning market, overdekte markthallen waar ze voornamelijk elektronica en nep-parfum verkopen en die ook in de middag open zijn. Het is het meest luxe winkelcentrum van Laos. De Fransman kon de rest van de dag alleen overleven in het gezelschap van een grote groep landgenoten, dus ben ik met de Deense en nog een Iers meisje gaan dineren in een pizzeria. We hadden alle drie even het idee ons in Rome te bevinden, met een fontein, Pavarotti op de achtergrond en alleen westerlingen in het restaurant.