Dagboek van Egypte
Zondag 10 september
Ik zou met een trip meegaan om de woestijn te ontdekken – inclusief een nachtje slapen in het zand – maar iedereen meldde zich af. Het merendeel van de andere reizigers had last van diarree, waardoor ik uiteindelijk met één Canadees overbleef. Omdat ik geen vrouw ben met dikke tieten haakte hij ook af. Zo erg vond ik het niet. Ik huurde een Indiase mountainbike en besloot de omgeving te verkennen. Nu pas kon ik de pracht van de oase goed tot me door laten dringen. De eerste stop was Cleopatra Bath, een natuurlijke bron waar je in kunt baden en zwemmen. Het water was helder en kwam zo uit de woestijngrond naar boven borrelen. Terwijl ik daar lag te spartelen, kwamen enkele andere rugzakreizigers naar me toe en die vroegen of ik overmorgen meega naar Bahriya. Dat is een andere oase die alleen te bereiken is met een stevige jeep. Er is alleen een zandweg naartoe, dus bussen rijden er niet. Met meer mensen kunnen ze de kosten delen. Ik zei ja, omdat ik niet zoveel zin heb om weer tig uren in de bus naar het naargeestige Alexandria door te brengen. Na de zwempartij heb ik enkele uren doorgebracht in het nabij gelegen theehuis. Ik was de enige en heb een beetje gekletst met de eigenaar, Said. Hij heeft twee vrouwen, vertelde hij. Verder ben ik te weten gekomen dat er dit seizoen weinig toeristen zijn uit Holland, en veel uit Zuid-Korea. Toen de middagzon niet meer zo heet was ben ik naar het Fantasy Island gefietst, een rit van 12 kilometer. Ook hier is een natuurlijke bron en ook hier is een theehuis. Het was tegen zonsondergang en in het theehuis werd het steeds drukker met toeristen. Het verdwijnen van de zon achter de witte zandduinen met een zoutwatermeertje op de voorgrond was een schitterend gezicht.
Lees verder naar maandag 11 september.