Dagboek van Egypte

Zaterdag 16 september

Eigenlijk heb ik het prima naar mijn zin in mijn hotel met zwembad (maar niet daarbuiten), maar de tijd begint te dringen en ik wil ook naar andere plekken in Egypte. Eerst eens een zeiltochtje over de Nijl regelen. De Fransman in mijn hotel raadde me ‘Captain Jamaica’ aan, die op het Elephanti Eiland midden in de rivier zou wonen. Als ik eenmaal met de veerboot was overgestoken, zou ik snel een bordje zien. Ik zag echter helemaal geen bordje toen ik uit het gammele bootje stapte, maar wel het weelderige Aswan Museum. Binnen bleek er niks aan te zijn en was ik snel uitgekeken. Ik werd er de hele tijd gevolgd door een gebrekkig Engels sprekende man die ‘mummie’ zei als ik naar een mummie stond te kijken en ‘jewel’ zei als ik op het bijschrift las ‘jewels 1200 BC’. Ik probeerde hem van me af te schudden door sneller te gaan lopen, wat helaas niet hielp. Toen ik wegliep uit het museum wilde hij een fooi, maar daar wilde ik niks van weten. Ik had niet om een ‘gids’ gevraagd en heb ook niets aan hem gehad. Even later slenterde ik door een vies en smerig dorpje op het eiland, totdat ik werd gewenkt door een Nubiaanse man (de oorspronkelijke bewoners hier). Hij vroeg me of ik een brief wilde schrijven naar zijn Franse vrienden die hij een maand geleden had ontmoet. Ik had daar helemaal geen zin in, maar wilde wel eens zien hoe de Nubianen hier leven. Zelf kon deze man, Ramadan geheten, niet schrijven. Door talloze nauwe steegjes werd ik meegenomen naar zijn huis, waar traditiegetrouw de hele 16 leden tellende familie leeft. Alleen zijn oude vader en een vrouw heb ik ontmoet. Het schrijven ging moeizaam, vooral omdat Ramadan geen idee had wat hij in ‘zijn’ brief wilde schrijven. Ik heb hem een paar ideeën aangedragen, maar de inhoud bleef toch vooral beperkt tot ‘Hoe gaat het’, ‘Ik wil naar Frankrijk’ en ‘Ik hoop jullie snel weer te zien in Egypte’. Een echte conversatie kwam ook niet op gang, dus ik besloot verder te wandelen. Toen kwam het: de vrouw probeerde me haar zelfgebreide zonnemutsen te slijten. Ik kocht er één (afgedongen van 20 naar 5 pond) omdat ik er een nodig heb, maar ik voelde me toch ietwat bedrogen. ‘I did the writing for you for free’, probeerde ik deze man nog de juiste normen en waarden uit te leggen. Na wat geslenter en gedool vond ik uiteindelijk Captain Jamaica. Ik was op de verkeerde veerboot gestapt. De ‘captain’ is een rasta-achtig type met een lang wit gewaad en naar eigen zeggen Hollandse vriendin die al twintig jaar zeiltochtjes over de Nijl organiseert. Bij hem heb ik een tocht van tweeënhalve dag geboekt met een feluka, een traditionele zeilboot die de farao’s ook gebruikten. De lastige mannetjes van Aswan worden vanaf morgen verruild voor een groepje backpackers.

Lees verder naar zondag 17 september.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *