Dagboek van Egypte

Maandag 18 september

Silke, heet ze, en we hebben gisteravond gezellig gepraat en een beetje tegen elkaar gehangen. We waren de laatsten die de feluka betraden en tot onze verbazing was er nauwelijks meer ruimte om te slapen. Iedereen lag lekker breeduit en heerlijk te ronken. We frommelden onszelf tussen twee slaapzakken. Ik lag als een mummie tussen Silke en een van de Egyptische zeilers ingeklemd. Dicht tegen de Duitse aanliggen vond ik geen probleem, maar minder leuk vond ik het dat de Egyptenaar steeds dichter tegen me aan ging liggen. Op den duur gaf hij me ook kleine stompjes in de rug. Ik deed al geen oog dicht, maar dit was het moment om hem wakker te maken en hem te vragen of hij ergens anders wil gaan liggen. De uren daarna heb ik heerlijk geslapen, totdat de zon over me heen scheen en de lange broek, trui en deken al snel te warm werden. De rest van de dag was ongeveer hetzelfde als gisteren: terwijl ik een beetje lag te dutten zag ik langzaam het Nijl-landschap aan me voorbij glijden. Rond het middaguur stopten we even voor een bezoek aan een kamelenmarkt. Wat een afgang was dat. Op een droog veldje met aarde lagen een stuk of twintig kamelen bij elkaar en er werd absoluut geen handel gedreven. Ik had honderden kamelen bij elkaar verwacht met tientallen handelaren die met handjeklap die beesten aan elkaar verkochten. De kamelen zagen er bovendien zeer slecht uit: mager en vol met littekens. Het uitstapje kostte zeven pond, maar er werd niks aan mij gevraagd dus heb ik ook niks betaald. Het was het niet waard. Gedurende de dag trokken Silke en ik steeds meer met elkaar op, terwijl haar vriendin steeds meer met een Amerikaan optrok. De Duitse jongen was stil en zei niet veel. Het was overduidelijk dat die twee Duitse meiden de feluka-trip als een goede gelegenheid zagen om hun “vriend” even van zich af te schudden.

Lees verder naar dinsdag 19 september.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *