Bezienswaardigheden in Equatoriaal-Guinea top-10

Equatoriaal-Guinea is een van de meest eigenaardige landen van Afrika. Dunbevolkt, corrupt, superrijk door de olie en amper bezocht door toeristen. Misschien vormen de strenge visumregels en de vereiste vergunningen de nodige obstakels, want bezienswaardigheden heeft het West-Afrikaanse land genoeg. Equatoriaal-Guinea heeft ongerepte natuur, volop wilde dieren, geweldige stranden en Spaanse koloniale architectuur.

Tot 1968 was Spanje de baas in Equatoriaal-Guinea, en dit is nog altijd het enige land in Afrika waar Spaans de voertaal is. Uit de Spaanse tijd kun je fraaie kathedralen bewonderen, maar je ziet ook nog de sporen van de Portugezen en Nederlanders die hier hebben huisgehouden. In nationale parken kun je gorilla’s en chimpansees spotten. Of ga op zoek naar zeeschildpadden, bultruggen en exotische vlinders op een van de witte of zwarte stranden.

Een van de eigenaardigheden van Equatoriaal-Guinea is de ligging. Het ene deel bestaat uit het eiland Bioko, voor de kust van Kameroen. Hier vind je de hoofdstad Malabo, maar ook enkele van de populairste bezienswaardigheden van het land. Een stuk zuidelijker ingeklemd tussen Kameroen en Gabon ligt de regio Río Muni. Naar dit continentale deel op het Afrikaanse vasteland ga je voor safari’s en bruisende markten. Of pak het vliegtuig naar een van de tropische eilandjes voor de kust. Wacht niet langer tot de visumregels versoepelen: hier vind je de 10 beste bezienswaardigheden in Equatoriaal-Guinea!

Malabo

Malabo is – nog voor even – de hoofdstad van Equatoriaal-Guinea en het culturele hart van het land. De stad ligt in het noorden van het eiland Bioko, ver verwijderd van de rest van het land. Om praktische redenen is dat niet altijd even handig. De regering werkt er sinds 2017 aan om de hoofdstad te verplaatsen naar Ciudad de la Paz (‘Stad van de Vrede‘) op het vasteland van Equatoriaal-Guinea.

Ook al is Malabo straks geen hoofdstad meer, er zijn genoeg bezienswaardigheden om de stad mee te nemen tijdens een rondreis in het land. Het is een interessante plek met Spaanse koloniale architectuur, prachtige kerken en levendige nachtclubs. De stad werd voor het eerst gesticht door de Britten in 1827, voordat de Spanjaarden de macht overnamen. In tegenstelling tot de meeste andere Afrikaanse hoofdsteden is Malabo redelijk beloopbaar en minder druk bevolkt, met ‘slechts’ zo’n 150.000 inwoners.

Een van de bekendste toeristische attracties is de Kathedraal van Santa-Isabel, een schitterende neogotische kerk die in 1916 is gebouwd. In januari 2020 raakte de kerk zwaar beschadigd door een brand, maar in november 2021 zijn de restauratiewerkzaamheden begonnen. Voor ontspanning en festivals kun je naar Malabo National Park. Fraaie koloniale architectuur met witgepleisterde muren, bogen en rode dakpannen zie je op de campus van de Nationale Universiteit van Equatoriaal-Guinea.

Pico Basilé

Vanaf Malabo kun je een trip maken naar de Pico Basilé, de hoogste berg van het eiland Bioko én van heel Equatoriaal-Guinea. Het is een nog altijd ‘actieve’ vulkaan op 3011 meter hoogte, al is de laatste uitbarsting alweer even geleden. In 1923 liet de vulkaan voor het laatst zijn as spuwen. De piek domineert het noorden van het eiland en is bijna overal te zien. Op de top kun je genieten van een betoverend uitzicht op de groene omgeving en op een heldere dag kun je Kameroen zien liggen.

Beklimmen van de Pico Basilé is niet heel moeilijk, want er loopt gewoon een weg naar de top. Op de berg is een kerkje gebouwd, de Kerk van Onze-Lieve Vrouw van Bisila. Voor het gebedshuis staat een indrukwekkend 11 meter hoog beeld van de Maagd Bisila met een baby op haar rug. Zij is een beschermheilige van het Bubi-volk en een van de eerste zwarte maagden die door het katholieke pausdom is erkend. Let erop dat je voor een bezoek aan de berg een vergunning nodig hebt van het Ministerie van Toerisme.

Monte Alén National Park

Voor een safari ga je naar Monte Alén National Park, het grootste en oudste natuurreservaat Equatoriaal-Guinea. Het park is opgericht in 1990 en ligt op het vasteland. Je komt hier terecht in een onbedorven Afrikaanse wildernis met vochtige regenwouden en snelstromende rivieren waar kriskras wandelpaden doorheen lopen.

Tijdens een begeleide dagtocht met gids kun je hier wilde dieren spotten als chimpansees, gorilla’s, bosolifanten, mandrilapen en krokodillen. Ook is het natuurgebied de thuisbasis van de goliathkikker, de grootste kikker ter wereld. Die kan liefst 32 centimeter lang worden, en dat is gemeten zonder de poten! Overnachten kan in Hotel Monte Alen, gelegen op een heuvel met een prachtig uitzicht op de vallei beneden.

Moka

Moka (Moca) is een schilderachtig dorp in het zuiden van het eiland Bioko, dat zich vastklampt aan de ruige vulkanische bergkammen aan de rand van een vallei. Dit is een bakermat van de Bubi-stam, het inheemse volk van het eiland. Het dorp is dan ook vernoemd naar Bubi-koning Möókáta (oftewel koning Moka), die regeerde van 1835 tot 1845 en opnieuw van 1875 tot 1898.

Hier ervaar je echter vooral de wilde natuur van Equatoriaal-Guinea. Trek je wandelschoenen aan voor wandelingen in de omgeving, langs meren, watervallen en groene berghellingen waar verschillende soorten apen leven. Vooral het Biao-meer is Instagram-waardig, als er bij zonsondergang wolken boven hangen. Het meertje ligt in een oude vulkanische krater en diende ooit als een heiligdom voor de hogepriester van de Bubi’s.

Gran Caldera

Voor het bewonderen van Afrikaanse dieren hoef je Bioko niet per se te verruilen voor het vasteland van Equatoriaal-Guinea. Als je meer wilt weten over de lokale fauna op het eiland kun je een bezoek brengen aan het Bioko Biodiversity Protection Program. Deze organisatie zet zich in voor het behoud van bedreigde apensoorten en zeeschildpadden, waarvan de populatie de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen.

Ze organiseren expedities naar het afgelegen natuurreservaat Gran Caldera in het zuidwesten van het eiland waar enorme lederschildpadden van november tot en met januari hun eieren leggen. Vlakbij het dorp Moka is een natuurcentrum. Website: www. bioko.org

San Antonio de Ureca

San Antonio de Ureca ligt aan de zuidkust van Bioko en is een hotspot voor ecotoerisme in Equatoriaal-Guinea. Het is een klein stadje (ook wel Ureka genoemd) met hutjes en modderige wegen, maar de omringende natuur is de grootste trekpleister. Wandel in de jungle naar verborgen watervallen met natuurlijke poelen die perfect zijn om in te zwemmen.

Loop door naar zwarte zandstranden waar zeeschildpadden tijdens het droge seizoen hun eieren leggen. Dorpelingen patrouilleren om de bedreigde schildpadden te beschermen. Hou wel rekening met vochtigheid, want Ureca is de natste plek van heel Afrika. Ook moet je een ruige weg trotseren om er te komen en is een vergunning nodig voor een bezoek aan het dorp. Een lokale tour operator kan dit wellicht voor je regelen.

Arena Blanca

Voor een vakantie met zon, zee en strand moet je naar Arena Blanca, het enige witte zandstrand op het eiland Bioko. Je kunt hier een dagje luieren onder wuivende palmbomen en wegdutten bij het geluid van de branding van de Atlantische Oceaan. Bij bars rondom de parkeerplaats kun je een biertje halen, waar het vooral zondag erg druk is.

Maar het strand is niet de enige reden om deze plek te bezoeken. Tijdens het droge seizoen van december tot en met februari nemen duizenden vlinders het strand over. De wolken fladderende vlinders zorgen voor een bijzonder spektakel. Toevallig heeft Bioko ook een van de grootste vlinderdiversiteiten ter wereld. Bij de laatste telling begin deze eeuw zijn meer dan 170 soorten geregistreerd. Arena Blanca ligt 40 kilometer ten zuiden van Malabo, vlakbij het dorp Luba.

Corisco

Corisco is een paradijselijk eilandje voor de monding van de Río Muni-rivier, die de grens vormt met het zuidelijke buurland Gabon. De naam ‘Corisco’ is afgeleid van het Portugese woord voor bliksem. Het eilandje is slechts 14 vierkante kilometer groot, maar verbluffend mooi met witte zandstranden, zandduinen, helderblauwe tropische wateren en uitstekende duikmogelijkheden. Bijna voelt het aan als een eiland in het Caribisch gebied.

Naast de natuurlijke schoonheid heeft Corisco een eeuwenlange geschiedenis. Enkele decennia geleden is op dit eiland een van de oudste begraafplaatsen van Afrika ontdekt – ongeveer 2000 jaar oud! Vanaf 1530 was het eilandje in handen van de Portugezen, Spanjaarden en Nederlanders, die het gebruikten voor het transport van slaven. De West-Indische Compagnie had er in 1642 een ‘handelspost’. Sinds 2011 heeft Corisco een internationale luchthaven die het toerisme een boost moet geven. Een andere optie is om een langzame veerboot te nemen.

Bata

Bata is de grootste stad van Equatoriaal-Guinea en ligt op het Afrikaanse vasteland, de continentale regio die bekendstaat als Río Muni. De Spaanse kolonisten hadden van Bata de hoofdstad gemaakt, een titel die de stad tot 1969 mocht dragen. Tegenwoordig wonen er zo’n 250.000 mensen. Het is een levendige havenstad met bars, restaurants, cafés en kleurrijke markten waar je vis en Afrikaanse kleding kunt kopen.

Tot de bekendste bezienswaardigheden behoort de Kathedraal van Bata. De neogotische kerk met de okergele buitenkant is gebouwd tussen 1951 en 1954. Bekijk ook de Torre de la Libertad, het vrijheidsmonument dat in 2011 werd onthuld om de onafhankelijkheid van Spanje te vieren. Het 68 meter hoge monument staat op het Plaza de la Libertad, het Vrijheidsplein. Bovenin bevindt zich een ronddraaiend restaurant.

Annobón

Een van de meest afgelegen bezienswaardigheden van Equatoriaal-Guinea is het eiland Annobón. Het ligt midden in de Atlantische Oceaan zo’n 200 kilometer ten zuiden van Sao Tomé en Principe. Dat is nogal ver verwijderd van de rest van het land! De Portugezen ontdekten het eiland op Nieuwjaarsdag 1473 en gaven het daarom ook deze naam in het Portugees, ‘Anno bon’ (gelukkig nieuwjaar). Later hebben de Spanjaarden en Nederlanders het eiland veroverd. De West-Indische Compagnie gebruikte het om schepen te bevoorraden met fruit en vers water.

Op dit geïsoleerde eilandje van 17 vierkante kilometer kun je nu genieten van ongerepte gouden stranden, walvissen spotten en trektochten maken door het vulkanische landschap. Wandel naar de Quioveo in het natuurreservaat Annobón. Dit is een uitgedoofde vulkaan en het hoogste punt van het eiland. In een boot kun je in zo’n 2 uur rond het eiland varen.

De kleine hoofdstad San Antonio de Palé op de noordpunt van het eiland kun je gebruikmaken als uitvalsbasis voor alles wat je wilt doen op Annobón. Er is sinds 2013 een nieuwe luchthaven, maar een bezoek aan het eiland kan toch een logistieke uitdaging zijn. Vluchten zijn schaars en worden vaak geannuleerd.

Voor het laatst bijgewerkt op 4 april 2022. Als je aanvullingen, tips of opmerkingen hebt over de beste bezienswaardigheden in Equatoriaal-Guinea, kun je dat laten weten via het contactformulier.

Foto's © Vagabjorn/Shutterstock.com; Jan Ziegler/Shutterstock.com; Cormac O'Doherty/Shutterstock.com; Tabitha Caetano/Shutterstock.com; Flickr.com/Embassy of Equatorial Guinea.