Spaanse Trappen, Rome, Italië
De beste bezienswaardigheden in Rome
De Spaanse Trappen (Scalinata della Trinità dei Monti) zijn een van de populairste plekken voor zowel toeristen als Romeinen. De onregelmatig aangelegde trappen en terrassen zijn ironisch genoeg betaald door een Franse ambassadeur en leiden naar de Franse kerk bovenaan, de Trinità dei Monti. De trappen hebben hun naam echter te danken aan het Piazza di Spagna beneden, een van de meest elegante pleinen van Rome met zijn gele, bruine en okerkleurige gebouwen. Ooit bevond zich hier de Spaanse ambassade, waarnaar het plein is vernoemd. De Spaanse Trappen zijn aangelegd tussen 1723 en 1726, zodat de Franse kerk beter bereikbaar zou zijn.
Altijd zitten er wel mensen op de trappen, om te genieten van de zon, te flirten of te poseren voor een selfie. In het verleden waren de Spaanse Trappen in de zomer het domein van ijsjes eten toeristen en in de winter van Romeinen die hun handen warmden met een zak hete geroosterde kastanjes. Sinds 2017 mag je echter niet meer eten en drinken op de trappen. Er lopen agenten rond met een fluitje die je meteen tot de orde roepen zodra je een blikje cola opentrekt.
Aan de voet van de Spaanse Trappen staat de bootvormige fontein Barcaccia, die is ontworpen door Pietro Bernini, de vader van de grote barokke architect Gian Lorenzo Bernini. De Fontana della Barcaccia uit 1629 werd begin 2015 even wereldnieuws toen hooligans van Feyenoord de fontein ernstig beschadigden door het monument te bekogelen met flessen en een vuurwerkbom. De fontein was toen net gerestaureerd. In de lente staan de Spaanse Trappen er op hun mooist bij. Om het voorjaar te vieren, worden de trappen elk jaar traditiegetrouw versierd met honderden bloeiende azalea’s.
Vanaf het Piazza di Spagna loop je zo naar de Via Condotti, de meest modieuze straat van Rome met winkels van bekende modemerken als Gucci, Bulgari en Valentino. Stap dan ook even binnen in Caffè Grecco, het oudste en beroemdste café van Rome (uit circa 1760) die vele bekende kunstenaars, schrijvers en muzikanten tot zijn stamgasten kon rekenen.