Amsterdam, 21 mei 2014 – Costa Rica staat vooral bekend om haar overweldigende natuur, maar binnenkort moet je daar tijdens je vakantie iets meer geld voor uittrekken. Vanaf 1 augustus gaan de toegangsprijzen voor de nationale parken flink omhoog, schrijft de Costa Ricaanse krant Tico Times. Ook betalen buitenlandse toeristen meer entree dan de lokale bevolking.
Voor buitenlanders stijgen de entreeprijzen tussen de $ 2 en $ 10. Voor de meeste nationale parken ben je straks gemiddeld $ 5 aan entree kwijt, een bedrag dat je gelukkig nog altijd gemakkelijk kunt ophoesten. Je koopt een kaartje bij de ingang van het park. Alleen voor een bezoek aan de Corcovado en Caño eilanden en Chirripó National Park moet je van tevoren reserveren, bij de National System of Conservation Areas (SINAC).
Het meeste geld ben je kwijt als je een bezoek wilt brengen aan het beroemde Cocos Island National Park: buitenlandse toeristen betalen $ 50, terwijl locals $ 25 moeten dokken. Dit eiland 550 kilometer van de kust van Costa Rica is het enige eiland in de oostelijke Pacific met een tropisch regenwoud.
De prijsverhoging dient een goed doel: namelijk bescherming van de kwetsbare natuurgebieden in Costa Rica. Het land – ongeveer net zo groot als Nederland – telt zo’n 169 parken en natuurgebieden.